Column van Max van Bulken
Met hard werken komt men ergens. Dat is wat ik altijd heb geleerd en wat op een middelbare school verder bevestigd wordt. Een noot daarbij is dat wat formeel kansgelijkheid betreft, praktisch nooit geheel werkelijkheid zal worden. Niettemin is het nastrevenswaardig, een doelstelling op zichzelf. Met hard werken komt men ergens, maar ik zeg niet waar. Laten we daarom een kleine beschouwing aangaan wat betreft het opgroeien van een kritisch burger. Deze term hebben wij al genoeg in het onderwijs voorbij zien komen, maar wat komt daarvan terecht? En, wat is daarvan nog wenselijk in deze tijd?
Vanaf de peuterspeelzaal zet zich een ontwikkeling in waarin blijkt dat de wereld steeds gekker wordt. Dat is het al, maar het opent zich steeds meer. Eerst zijn je medepeuters toch enigszins merkwaardig, later zijn je medeleerlingen licht aan de gekke kant om er op de rand van het werkelijke leven achter te komen dat iedereen de discipline van gekte in beheersing heeft.
Iedere gek zijn gebrek. Iedereen heeft een bepaalde gekte, het ligt er echter aan of dit maatschappelijk geaccepteerd is of niet.
Zo aanschouwen wij ook het systeem en de fundamenten van het dagdagelijkse. Als kritische burgers wikken en wegen wij ons tot we zelf een ons wegen. Netjes zoals het ons is geleerd.
Tot voor kort kon ik nog eenieder, elk (licht) kritisch individu, aanraden om in het vaste dagritme het achtuurjournaal van de NOS op te nemen. Met een klein half uurtje per dag ben je weer op de hoogte van alles wat er in de wereld speelt: van het instorten van een toren in Valkenburg tot Trump die ruzie maakt met Zelensky. Juist dit laatste maakt dat ik ben gestopt mijn prominente stokpaardje naar voren te brengen op feesten, partijen, verjaardagen en conversaties met het jongere publiek.
De wereld is te eng geworden om eenieder kennis te laten nemen van de mondiale politiek.
De opleiding tot kritische, maatschappelijk betrokken burger waar wij allen naar streven was altijd een heilzaam doel, maar is verworden tot een duw richting de afgrond. Zoals een docent van mij ooit zei: ‘Als het foute boel is geworden, kan men zich altijd nog druk maken.’ Angst blijft hierin een slechte raadgever.
Dit is echter geen pleidooi voor het afschaffen van het aanleren van het kritische-burger-zijn. Bewustwording van onze maatschappelijke waarden, om eens bij vrijheid en democratie te beginnen, zijn al lang niet meer evident. Ze staan onder druk. De leerlingen hier kennis over meegeven, lijkt mij één van de kerntaken van het Nederlandse onderwijs. Dit heeft niet in zich dat de leerlingen angst wordt bijgebracht. Blijf weg van de angst, maar neem het bewustzijn. Het is onze enige hoop op een stabiele toekomst: het onderwijs. Burgerschap is wat ons gaat redden van de ondergang. Laat de kritische burger in u spreken!
Wellicht dat we daar als Vrienden een rol, al is het daar een bescheiden variant van, in kunnen spelen. Aan ons mag het niet liggen. Ook wij laten de kritische burger in ons spreken, ondanks de barre tijden.

Reactie plaatsen
Reacties