Als dorp verbonden voelen

Column van Max van Bulken

Het groene autootje staat er wat vuil bij. Groene auto’s kunnen ook vervuild raken door het omliggende groen, een groene auto of niet. De eerste lentebloemen verzorgen een vertederend beeld op straat, al ligt het kleine stukje opkomend groen aan een provinciale weg. De weg die dorpen aan elkaar weet te verbinden, werkt als moeder Theresa van de lage landen: het is de kerk – de leidende weg der waarheid – van verbondenheid. Zonder die weg komt men nergens. De weg staat altijd vast. Files zijn aan de orde van de dag. Mensen blijven maar in en uit willen. Wanneer ik zelf tussen die mensen sta, betrap ik mij steevast op dezelfde gedachte: wat moeten al die mensen hier? Hebben deze mensen een dergelijk belangrijk leven dat ze hier moeten zijn? Blijf toch thuis, daar zit wellicht nog iemand die uw aanwezigheid kan waarderen. De gedachtes helpen niet, de mensen aldaar wegdenken evenmin: daar komt autoschade van.

Een half uur lang stond ik al te wachten aldaar. Een zwart-wit – of wit-zwart – getinte paal met daarop een groot zwart vlak die een knalrood bolletje naar mij doet schijnen, is de verrader van mijn tijd. Wie de overtuiging heeft het te moeten doen met één enkel leven irriteert zich wellicht meer aan de file dan mensen die toch maar zitten te wachten tot de hemelpoort open gaat. Er is een constante haast, een tijdsdruk, om iets van het leven te maken. Iets van het leven maken betekent simpelweg niet in de file staan. Het leven bezien als haastige vlaag van verstandsverbijstering; tijdsdruk levert nooit goede beslissingen op.

In de auto klinkt Radio 1. Een nuttige zender, men kan er nog eens wat van leren. Toch ditmaal is het de irritatie die wint van mijn leergierigheid. De interviewster gebruikt de geïnterviewde als bewonderingsobject. Maria voor de katholieken is er niets bij. Ik zet de radio af en sla een diepe zucht. Een raampje open zetten om het genoeglijker te maken, heeft geen enkele zin. Voor en achter mij kan ik enkel ronkende motoren horen en vooral ook ruiken.

De weg van verbondenheid zit diep verstopt. De motor van het groene autootje onder de groene bomen loopt, maar dat doet het autootje niet vooruit komen. Samen kruipen we als dorp de dagelijkse file in op de weg van verbondenheid.

Na een dag hard werken is dat onze beloning: even als geheel dorp met elkaar verbonden voelen. Al is het dan in de file.

 

"Er is een constante haast, een tijdsdruk, om iets van het leven te maken."